English Word: pass
Plural: passes
Dutch Translation: 1. verstrijken 2. aangeven 3. slagen 4. passeren
Word Forms: passed, passes, passing
Example Sentences:
Time passes so quickly.
De tijd gaat zo snel.
[Show Details]
Pass me your plate, please.
Geef me je bord aan, alsjeblieft.
[Show Details]
Could you pass me the salt, please?
Kunt U mij het zout aangeven, alstublieft?
[Show Details]
Congratulations for passing your exams!
Gefeliciteerd met het slagen van je examen!
[Show Details]
I'm certain that he will pass the test.
Ik weet zeker dat hij zal slagen voor de toets.
[Show Details]
Congratulations! You have passed the exam.
Gefeliciteerd! Je bent geslaagd voor het examen.
[Show Details]
After passing the driving test he bought a car.
Nadat hij voor het rijexamen geslaagd was, kocht hij een auto.
[Show Details]
Plural: passes
Dutch Translation: 1. verstrijken 2. aangeven 3. slagen 4. passeren
Word Forms: passed, passes, passing
Example Sentences:
Time passes so quickly.
De tijd gaat zo snel.
[Show Details]
Pass me your plate, please.
Geef me je bord aan, alsjeblieft.
[Show Details]
Could you pass me the salt, please?
Kunt U mij het zout aangeven, alstublieft?
[Show Details]
Congratulations for passing your exams!
Gefeliciteerd met het slagen van je examen!
[Show Details]
I'm certain that he will pass the test.
Ik weet zeker dat hij zal slagen voor de toets.
[Show Details]
Congratulations! You have passed the exam.
Gefeliciteerd! Je bent geslaagd voor het examen.
[Show Details]
After passing the driving test he bought a car.
Nadat hij voor het rijexamen geslaagd was, kocht hij een auto.
[Show Details]
|
Learn English and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises. Click here to Sign Up Free!Or sign up via Google with one click: 
Watch a short Intro by a real user! |
© 2025 Antosch & Lin Languages
Privacy Policy & Terms of Service