English Word: hate
Dutch Translation: 1. haten 2. haat
Example Sentences:
She hates guns.
Ze haat geweren.
[Show Details]
I hate to learn grammar!
Ik vind grammatica leren stom!
[Show Details]
I hate to see my parents argue.
Ik haat het als mijn ouders ruzie maken.
[Show Details]
How I hate these sultry summer evenings!
Wat haat ik deze broeierige zomeravonden!
[Show Details]
I hate it when the movie is interrupted by adverts.
Ik haat het als de film wordt onderbroken door reclames.
[Show Details]
I'm not sure if I love or hate London, it's probably a love-hate relationship.
Ik weet niet zeker of ik van Londen houd of dat ik het haat, het is waarschijnlijk een haat-liefde verhouding.
[Show Details]
Dutch Translation: 1. haten 2. haat
Example Sentences:
She hates guns.
Ze haat geweren.
[Show Details]
I hate to learn grammar!
Ik vind grammatica leren stom!
[Show Details]
I hate to see my parents argue.
Ik haat het als mijn ouders ruzie maken.
[Show Details]
How I hate these sultry summer evenings!
Wat haat ik deze broeierige zomeravonden!
[Show Details]
I hate it when the movie is interrupted by adverts.
Ik haat het als de film wordt onderbroken door reclames.
[Show Details]
I'm not sure if I love or hate London, it's probably a love-hate relationship.
Ik weet niet zeker of ik van Londen houd of dat ik het haat, het is waarschijnlijk een haat-liefde verhouding.
[Show Details]
|
Learn English and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises. Click here to Sign Up Free!Or sign up via Google with one click: 
Watch a short Intro by a real user! |
© 2025 Antosch & Lin Languages
Privacy Policy & Terms of Service