English Word: visit
Dutch Translation: 1. bezoek 2. bezoeken, opzoeken
Word Forms: visited
Example Sentences:
His visit was unannounced.
Zijn bezoek was onaangekondigd.
[Show Details]
New York is worth visiting.
New York is de moeite waard om te bezoeken.
[Show Details]
Do you want to visit a gallery?
Wil je een galerie bezoeken?
[Show Details]
We visited the South of France.
Wij zijn naar Zuid Frankrijk geweest.
[Show Details]
I'm so glad you came to visit me.
Ik ben zo blij dat je mij bent komen bezoeken.
[Show Details]
Uncle Neil will visit on Tuesday.
Oom Neil komt dinsdag op bezoek.
[Show Details]
You can visit me anytime you like.
Je kunt bij mij op bezoek komen wanneer je maar wilt.
[Show Details]
Dutch Translation: 1. bezoek 2. bezoeken, opzoeken
Word Forms: visited
Example Sentences:
His visit was unannounced.
Zijn bezoek was onaangekondigd.
[Show Details]
New York is worth visiting.
New York is de moeite waard om te bezoeken.
[Show Details]
Do you want to visit a gallery?
Wil je een galerie bezoeken?
[Show Details]
We visited the South of France.
Wij zijn naar Zuid Frankrijk geweest.
[Show Details]
I'm so glad you came to visit me.
Ik ben zo blij dat je mij bent komen bezoeken.
[Show Details]
Uncle Neil will visit on Tuesday.
Oom Neil komt dinsdag op bezoek.
[Show Details]
You can visit me anytime you like.
Je kunt bij mij op bezoek komen wanneer je maar wilt.
[Show Details]
|
Learn English and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises. Click here to Sign Up Free!Or sign up via Google with one click: 
Watch a short Intro by a real user! |
© 2025 Antosch & Lin Languages
Privacy Policy & Terms of Service